De omvang van een brandmeldinstallatie | Unica

De omvang van een brandmeldinstallatie

De omvang van een brandmeldinstallatie

 

Wanneer is een brandmeldinstallatie verplicht?

Mocht er brand ontstaan in een gebouw, dan moet dit snel worden ontdekt zodat de interne hulpdiensten (BHV) en de brandweer kunnen worden gealarmeerd. Voor een brandveilig gebouw is een goede branddetectie daarom erg belangrijk. Daarbij zorgt een brandmeldinstallatie er voor dat een beginnende brand wordt ontdekt en/of gemeld, waarna een ontruimingsalarm de aanwezige mensen alarmeert zodat de ontruiming in gang kan worden gezet.

Vanuit de bouwregelgeving is de aanwezigheid van een brandmeldinstallatie met ontruimingsalarmering in sommige gevallen zelfs verplicht. In artikel 6.20 en bijlage 1 van het Bouwbesluit 2012 is geregeld in welke situaties een brandmeldinstallatie vereist is. Daarnaast is hierin bepaald welke bewakingsomvang de installatie moet hebben en of doormelding en een inspectiecertificaat verplicht zijn.

Meer risico = zwaardere eisen

Welke eisen er voor een bepaald gebouw gelden is afhankelijk van de gebouwkenmerken, zoals de oppervlakte, hoogte en het gebruik (gebruiksfunctie). In hoofdlijnen geldt: hoe groter het risico, des te zwaarder de eisen.

Voor gebouwen waar mensen overnachten en/of verminderd zelfredzaam zijn (o.a. hotels, ziekenhuizen) gelden bijvoorbeeld strengere eisen. Het risico op slachtoffers is hier namelijk groter omdat mensen ’s nachts kunnen worden overvallen door een brand of niet zelfstandig kunnen vluchten. De eisen worden ook strenger als bepaalde grenswaarden voor de oppervlakte en hoogte worden overschreden. Dit is logisch, aangezien de benodigde tijd om te vluchten doorgaans langer wordt naarmate een gebouwen groter is of meer verdiepingen heeft.

Bewakingsomvang

Een handbrandmelder

Door middel van bijlage 1 van het Bouwbesluit kan met het gebouwontwerp en de gebruiksfunctie(s) van het pand worden bepaald of een brandmeldinstallatie verplicht is, en zo ja, welke bewakingsomvang de installatie moet hebben.

Voor de bewakingsomvang maakt het Bouwbesluit onderscheid tussen niet-automatische, gedeeltelijke en volledige bewaking. Naast deze uitvoeringen bestaan er nog twee bewakingsvormen: ruimtebewaking en objectbewaking. Hieronder lichten we deze bewakingsvormen kort toe.

Niet-automatische bewaking
Dit is een brandmeldinstallatie die enkel wordt aangestuurd door handbrandmelders.
Deze vorm van bewaking wordt met name toegepast in situaties waar de aanwezige mensen over het algemeen in staat zijn om zichzelf in veiligheid te brengen in het geval van een calamiteit.

Gedeeltelijke bewaking
Deze vorm van bewaking is iets zwaarder dan niet-automatische bewaking.
Naast de noodzakelijke handbrandmelders worden de verkeersruimten (gangen) voorzien van automatische melders. Ook moeten in alle ruimten met een verhoogd brandrisico (o.a. technische ruimten, keukens) automatische melders worden aangebracht.

Volledige bewaking
Dit is de zwaarste vorm van bewaking binnen de voorschriften. Bij volledige bewaking worden, naast de noodzakelijke handbrandmelders, alle ruimten voorzien van automatische melders. Alleen in ruimten waar nauwelijks brandrisico is (o.a. sanitaire ruimten, ontoegankelijke schachten) hoeven geen melders te worden geplaatst. Deze vorm van bewaking wordt toegepast wanneer de veiligheidsrisico’s groter zijn.

Ruimtebewaking
Bij ruimtebewaking worden maar één of enkele ruimten beveiligd. Vaak zijn dit ruimten met kostbare apparatuur of een archief. Ruimtebewaking wordt ook toegepast als er vanuit één of meerdere ruimten maar in één richting kan worden gevlucht, een zogeheten “doodlopend eind”. In dat geval worden de vluchtroute en aangrenzende ruimten van automatische melders voorzien.

Objectbewaking
Deze vorm van bewaking wordt doorgaans in opdracht van de eigenaar of gebruiker toegepast. Hierbij wordt een specifiek object beveiligd, zoals een kostbare machine. Bij objectbewaking worden uitsluitend automatische melders toegepast.

In één gebouw kunnen ook meerdere bewakingsvormen voorkomen. Dit is afhankelijk van het aantal gebruiksfuncties of eisen van de gebouweigenaar of verzekeraar.

Voorschriften

Als er vanuit het Bouwbesluit een brandmeldinstallatie wordt geëist, geldt automatisch dat er ook een ontruimingsinstallatie aanwezig moet zijn. Voor de brandmeldinstallatie geldt dat de installatie qua ontwerp en uitvoering aan NEN 2535 moet voldoen. Voor ontruimingsinstallaties geldt de NEN 2575. Deze ontwerpnormen bevatten voorschriften over onder andere de uitvoering, kwaliteit en projectering van de installaties.

Naast de ontwerpvoorschriften gelden er ook voorschriften voor het beheer en onderhoud van de installaties. Hiervoor gelden de normen NEN 2654-1 voor de brandmeldinstallatie en NEN 2654-2 voor de ontruimingsinstallatie.

Doormelding

In sommige situaties moet een voorgeschreven brandmeldinstallatie op basis van bijlage 1 van het Bouwbesluit voorzien zijn van een automatische doormelding volgens NEN 2535. Deze eis geldt hoofdzakelijk voor gebouwen waar mensen verblijven die niet zonder hulp van anderen kunnen vluchten. De NEN 2535 maakt onderscheid tussen twee vormen van doormelding: 

  • interne doormelding naar een zorgcentrale of zusterpost
  • externe doormelding naar de Regionale AlarmCentrale van de brandweer (RAC).

In de praktijk komt er ook doormelding naar Particuliere AlarmCentrale (PAC) voor. Dit betreft een doormelding op vrijwillige basis. Bij een verplichte doormelding is tussenkomst van een PAC niet toegestaan en moeten brandmeldingen direct naar de meldkamer van de brandweer worden doorgestuurd.

Certificering

Net als voor de doormelding geldt, moet een brandmeldinstallatie in sommige gevallen voorzien zijn van een certificaat. Hier wordt een geldig inspectiecertificaat mee bedoeld dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Brandmeldinstallaties. Indien er voor de brandmeldinstallatie een certificaat wordt geëist, betekent dit dat de ontruimingsinstallatie ook gecertificeerd moet zijn.

 

Wilt u meer informatie over branddetectie voor uw pand? Onze specialisten geven u graag advies over de mogelijkheden om de brandveiligheid van uw pand te verbeteren.
 

Win advies in bij onze experts